Keltische religie

Er zijn weinig geschriften van de Kelten zelf overgebleven, wel historische van Romeinen en Grieken als Strabo waarin van buitenaf (en waarschijnlijk niet geheel objectief) naar de Keltische religie wordt gekeken. De Kelten kenden een groot aantal goden en vele plaatsen en clans in Gallië en op de Britse eilanden hadden hun eigen beschermgod. Daarboven waren er nog een beperkt aantal godheden die wat meer algemeen leken voor te komen.

De Keltische religie was polytheïstisch, al was bijvoorbeeld in Ierland de oppergod of algod Dagda bekend, die op de harp speelde. Verder werden de goden soms vereerd als triades en later afgebeeld met drie gezichten. Volgens sommigen zou het concept van de Heilige Drievuldigheid in het christendom later zijn ingevoerd onder deze Keltische invloed.

Strabo meldt dat het een ingewikkelde godsdienst was, die de Kelten eropna hielden. Zij geloofden in een instant hiernamaals. Wie stierf werd onmiddellijk herboren, los van goede of kwade daden. Er was slechts een vage scheidingslijn tussen deze wereld en die aan de andere zijde van dit leven, de ‘Andere Wereld’. Deze lijn loste op bepaalde plaatsen en tijden zelfs helemaal op en dan liepen doden, goden, geesten en mensen er even allemaal door elkaar.
Zo moest men op Samhain opletten om niet door geesten te worden meegenomen. Een uitgeholde biet met een kaarsvlammetje erin kon ze wel afschrikken en men kon zich ook als een dode of geest vermommen om ze te misleiden. (Het huidige Halloween lijkt hier nog enigszins op)